Nummer vijf is een opvouwbare lepel. Het is gemaakt om meel te vouwen tot lichte schuimen zonder te veel te mengen, bijvoorbeeld bij het maken van Genoise. Het grote gat maakt het mixen gemakkelijk, en de vorm is goed om de bodem van een ronde kom te schrapen.
Zoals Dave Griffith al zei, zijn 3 en 4 bedoeld voor het roeren van dingen in pannen en koekenpannen (roux maken, het vocht koken in tomaten- of paprikapuree voor ajvar-achtige specerijen). Ze voorkomen dat de inhoud op de bodem verbrandt, omdat ze de sterk verhitte laag van de bodem verwijderen en koelere vloeistof naar binnen laten stromen.
De sleuf in lepel 2 maakt het een slechte vervanger van een schuimlepel. Normaal gesproken wil je daarvoor een grotere geperforeerde lepel, met grotere gaten. Ik denk ook dat metaal in deze gevallen een beter materiaal is, het is niet zo goed om hout in kokend water te doen.
Nummer 1 is nutteloos bij het koken. Historisch gezien werden deze lepels gemaakt om op te eten. Toen ze groot genoeg waren, gebruikten huisvrouwen gewoon een eetlepel om te roeren, want dit was wat ze bij de hand hadden. Tegenwoordig eten mensen niet meer met houten lepels, maar de traditie houdt aan dat ze de traditionele vorm blijven gebruiken om te roeren. Dit is een slecht idee. Het heeft de verkeerde vorm voor pannen met een platte bodem en gebogen schalen. Er is geen use-case waarvoor de andere lepels niet beter passen. Misschien meel uit een verpakking in een kom halen, maar omdat het veel platter is dan een eetlepel, is het ook inferieur voor dit gebruik.